Bij het fotograferen van dieren heb je niet alleen een fotogeniek dier, maar ook een grote portie geduld nodig. Wil jij aan de slag met dierenfotografie? Lees dan eerst eens onze tips door. Wij hebben, met hulp van een aantal professionele fotografen, 12 handige tips voor je verzameld!
Voor het fotograferen van vogels is ten eerste de sluitertijd erg belangrijk. Vogels zijn snel, wat betekent dat je een korte sluitertijd moet gebruiken. Zo kun je de beweging bevriezen. Wil je beweging vastleggen? Kies dan voor een langere sluitertijd. Naast sluitertijd is ook een snel autofocussysteem van belang.
Als de camera niet snel genoeg scherpstelt, heb je ondanks de korte sluitertijd alsnog onscherpe foto’s. Zet de autofocus daarom altijd op de ‘continuous’ modus en kies meerdere scherpstelpunten, zodat de camera de vogel blijft volgen terwijl hij in beweging is. Wil je een rustige achtergrond? Kies dan voor een groot diafragma. Zo creëer je een mooie bokeh.
Een tip van Jan-Joost Snijders: "Als je diverse websites en Instagram-accounts bekijkt, en daarbij gericht zoekt (naar locaties), zul je merken dat je al snel geïnspireerd raakt.
Mijn grootste held is David Yarrow. Zijn zwart-wit-foto's, waarbij hij vrijwel altijd vanuit een heel laag standpunt fotografeert, spreken mij erg aan. Hij weet perfect de dreiging en kracht van bijvoorbeeld een leeuw vast te leggen in zijn foto's. Ik vind het heel boeiend om te kijken naar zijn projecten en beelden. Daar leer ik veel van en ik word er vooral heel enthousiast van. Ik wil dan het liefst zo snel mogelijk zelf op pad gaan!"
Werk op ooghoogte (met een macrolens), gelijke hoogte (ga zelf ook liggen als het dier ligt) of fotografeer juist eens uit een vogelhut (en maak natuurlijke opnames van vogels in hun eigen leefomgeving).
Kortom: wissel van perspectief zodat je variatie aanbrengt in je beelden. Trek dus niet je netste kleren aan als je buiten aan het werk bent. Je moet voorbereid zijn op het maken van liggende foto's in het gras, in de berm of in het ergste geval in de (niet al te diepe) sloot. Je moet als een dier denken om er een goed in beeld te brengen. Alles voor een goede foto!
Wees creatief met aankleding. Je krijgt een interessanter resultaat als je werkt met niet voor de hand liggende items. Huisdieren zien er bijvoorbeeld tof (of grappig) uit in mensenoutfits, zoals kinder- en peuterkleding.
Je kunt ook gebruik maken van props. Van accessoires, hoedjes, bloemen, of wat dan ook. Bedenk wel dat een dier bewegelijk is en een accessoire snel verliest. Je moet het moment gewoon vangen en snel vastleggen. Een tip: kies geen breekbare items en neem de tijd voor je shoots.
Omhels onverwachte momenten. Als er iets misgaat, bedenk dan: wat zou wel werken? Dan vind je creatieve oplossingen!
Soms is hergebruik van een achtergrond, accessoire of ander item juist heel tof. De minder perfecte versie zorgt dan voor een verrassend gaaf resultaat.
Dieren lijken meer op mensen dan je denkt. Als je het hoofd en de nek in beeld brengt, krijg je een leuk effect. Het gefotografeerde dier lijkt ineens een persoon. Je ziet het karakter en expressie van de kop, zoals je dat bij mensen ook goed ziet. De ene hond kijkt streng, de andere is speels en ontwapenend.
Je kent ze wel, die standaard schattige fotootjes van dieren. Dat kun jij natuurlijk beter! Breng een dier in beeld zoals die is en laat het karakter en de unieke trekjes zien. Hierdoor krijg je een veel interessanter beeld.
Leer het gefotografeerde dier goed kennen en maak contact. Je ziet dan wat het dier wel of niet leuk vindt, waar die enthousiast van wordt of juist rustig van wordt. Maak daar gebruik van! Je krijgt zo ontspannen beelden of spannende beelden. De echtheid spat van je scherm af.
Zorg dat je de techniek onder de knie hebt en besef dat de kunst van ware fotografie zit in andere dingen. Reflecteer! Kijk kritisch naar je eigen werk en leer ervan. Op deze manier blijf je je fotografische oog trainen. Hoe meer training, des te beter.
Focus op de ogen van het dieren, zodat je de blik en expressie van het dier goed vast kunt leggen. Beginners zorgen er soms voor dat het verkeerde deel van de foto scherp is. Ze stellen in op de neus. Maar vergeet de ogen niet: die doen heel veel. Ook bij dieren! Zorg ervoor dat ze duidelijk en scherp zijn.
Het helpt als je van tevoren nadenkt over hoe de dag of shoot kan verlopen. Maak een (globaal) plan. Houd er wel rekening mee dat dieren onvoorspelbaar zijn, dus soms heb je een plan b nodig en moet je improviseren. Gebruik het materiaal dat voorhanden is, wees creatief en kijk hoe je toch tot een gaaf eindresultaat kunt komen.
En dan blijkt dat ene foutje, of dat moment van tegenslag, ineens een origineel eindresultaat.
Vergeet niet dat het belangrijk is om ook bewust te kiezen voor een passende achtergrond. Bij wildlife fotografie is het bijvoorbeeld tof om te laten zien wat de natuurlijke leefruimte van het dier is. Je kunt de foto dan bewust meer op afstand nemen, zodat je de omgeving goed ziet. Er zijn vele mogelijkheden. Zie het als een spel. Hoe kun je het dier een plaats geven in het geheel?