Tip 1. Leer je camera goed kennen

Vaak wordt er pas begonnen met foto’s maken op de plaats van bestemming, maar het is zeker aan te raden om voordat de reis begint alvast je apparatuur te testen. Of je nu fotografeert met een spiegelreflex-, systeem-, of compactcamera, probeer alle instellingen van de camera uit. Zo weet je waar de knoppen voor dienen en hoe het menu werkt. Leer ook alle instellingen, zoals diafragma en ISO waarde goed kennen, zodat je geen moment hoeft te missen.

Tip 2: Zon in de rug of toch niet?

Als je een portret gaat maken, is het erg handig om de zon in de rug te hebben. Je kunt echter ook met de zon samenwerken om de foto meer uitstraling te geven. Tegen de zon in fotograferen kan spectaculair zijn, zoals op het water waar een mooi bokeh effect gecreëerd kan worden of bij het maken van een silhouet waar de zon een rand projecteert rondom het te fotograferen object. Dit kan sfeervolle beelden opleveren, maar vereist wel enige oefening. Een foto met de zon in de rug is over het algemeen het eenvoudigst.

Tip 3: Maak gebruik van de schaduw

Wanneer de zon hoog aan de hemel staat, zijn er sterke verschillen tussen donker en licht te onderscheiden. Hierdoor lijkt de schaduw al snel te donker, maar het tegendeel is waar. In de ‘donkere’ schaduw is wel degelijk genoeg licht om mooie foto’s te maken. Dit komt mede doordat de omgeving zonlicht weerkaatst en terecht komt op de schaduwvlakken. Met schaduw kun je hele creatieve foto's maken. Wees dus niet bang en zoek vooral de schaduw op!

Tip 4: Een flitser, altijd handig!

Het klinkt misschien gek, maar als je fotografeert bij sterk zonlicht kan een flitser wel degelijk een toegevoegde waarde zijn. Wanneer het zonlicht bijna recht omlaag valt, worden er kleine, diepe schaduwen gecreëerd, bijvoorbeeld onder de neus. Deze kunnen erg storend zijn bij het maken van een foto. Door een flitser te gebruiken, worden deze schaduwen minder diep en dus ook een stuk minder storend.

Tip 5: Zonder flitser kan het ook

Een flitser is niet altijd nodig om diepe schaduwen te verminderen. Het is ook mogelijk om gebruik te maken van de omgeving om deze storende schaduwen aan te pakken. Kijk bijvoorbeeld naar plekken die veel licht weerkaatsen, zoals een witte muur. Is er geen witte muur in de buurt? Dan kan er natuurlijk ook een doek of reflector gebruikt worden.

Tip 6: Gebruik een diffuser

Het fotograferen van blonde of kalende mensen is extra lastig in de volle zon, doordat er erg veel licht gereflecteerd wordt. Een diffuser is hierbij een handig hulpmiddel, omdat deze ervoor zorgt dat het licht meer wordt gespreid. Hierdoor verliest de foto geen details door overbelichting. Extra voordeel is dat bij gebruik van een diffuser het beeld helder en egaal belicht wordt.

Tip 7: Plan de foto

In de zomermaanden ontstaan de meest prachtige luchten wat een uitgelezen kans biedt om mooie foto’s te maken. Vaak zijn de zonsopkomst en zonsondergang het meest fotogeniek. In de zomer betekent dat dus 's ochtends vroeg opstaan of in de avond een paar uurtjes vrij houden. Dit wordt wel beloond met prachtige, kleurrijke plaatjes zoals hierboven.

Tip 8: Fotografeer kleur!

Kleuren komen in de zomer compleet tot leven en het zou natuurlijk zonde zijn om daar geen gebruik van te maken. De prachtige bloemen, groene bomen, (hopelijk) strak blauwe lucht en kleurrijke architectuur smeken bijna om gefotografeerd te worden. Maak hier gebruik van en probeer oog te hebben voor de juiste compositie om de kleuren eruit te laten springen.

Tip 9: Neem accessoires mee

Het klinkt misschien vanzelfsprekend, maar zorg ervoor dat je altijd accessoires meeneemt. Vaak kom je tijdens je reis op plekken die nog nooit bezocht zijn en dan moet natuurlijk de mooiste foto genomen worden. Zorg dus altijd voor een extra geheugenkaart en accu en neem zeker ook een filter mee om landschapsfoto’s te maken.