Op zijn Instagram-account @jeroenvandam noemt hij zichzelf Urban Explorer en Urban designer. Zijn foto’s, gemaakt in steden als Parijs, Wenen, Hongkong, Tokyo en New York, maar ook zijn eigen Rotterdam, kenmerken zich door een beperkt aantal kleuren en een relatief koele uitstraling. Jeroen van Dam komt op plekken waar de meesten van ons alleen maar van kunnen dromen; ’s nachts op het dak van de Votifkirche in hartje Wenen bijvoorbeeld. ”Ik ben op zoek naar het geheim van de stad.” In de nabewerking komen die geheimen pas echt tot hun recht.
"Ik kom op plekken waar iedereen kan komen. het is een kwestie van om je heen kijken. Kijk eens uit het raam van je werkplek, ga op de grond liggen. Dat zorgt al voor creatievere foto's."
Jeroen bewerkt zijn foto's op zijn Apple MacBook PRO uit 2015. Hij gebruikt er een losse monitor bij: de BenQ SW2700-PT. Het grotere beeldscherm is perfect om alle details in de foto te zien. Vanwege de grote hoeveelheid foto's waar hij mee thuiskomt, gaat alles vanaf zijn Sony A7 III direct naar een externe harde schijf, een Seagate Backup Plus, waarvan hij er inmiddels meerdere heeft. "Ik heb niet zoveel hardware nodig. Wat ik hier noem, neem ik ook mee op reis." Hij lacht. "Behalve de BenQ natuurlijk." Jeroen heeft wel een tablet, maar die gebruikt hij eigenlijk nooit. “Het gaat prima op de Mac.” Bewerken doet hij in Lightroom, met eventueel een subtiele aanpassing in Photoshop. De laatste bewerkingen doet hij met de Google nabewerkingsapp Snapseed op zijn iPhone 7, vlak voor hij de foto's op zijn Instagramaccount zet.
Je bent er niet met een foto van een interessante plek. Vaak zijn de lichtomstandigheden niet optimaal (zeker ’s nachts). Er moet een foto komen die past in Jeroens stijl en hij moet het ook goed doen op Instagram natuurlijk. “Ik maak altijd meerdere foto’s. Ik weet van tevoren wat ik ga doen én wat ik moet doen voor het gedachte eindresultaat. Vaak zijn het belichtingstrappetjes, waardoor ik in de nabewerking alle delen van de foto zo kan belichten als ik wil.” Kenmerkend voor Jeroens foto’s is de wat koele uitstraling. Dat komt omdat hij standaard de kleur geel in Lightroom wegtrekt uit de foto. De andere kleuren springen er juist heel erg uit. “Het aantal kleuren beperk ik, maar wat er overblijft knalt er heel erg uit. Dat contrast is ook steeds groter geworden.”
Jeroen is fan van de klassieke regel van derden en zorgt daarnaast altijd voor zichtlijnen die de kijker meenemen de foto in. Ook hier komt de nabewerking van pas: “De westerse mens kijkt van links naar rechts. Dus als ik een beeld moet bijsnijden of spiegelen om een zichtlijn in die richting te krijgen, dan doe ik dat.” Wat de Rotterdammer fotografeert is er allemaal wel, maar dan aangepast. Aangepast aan zijn werkelijkheid.
In de nabewerking worden ook foto’s aan- en op elkaar geplakt. “Sommige gebouwen krijg je niet in één keer op de foto. Bijvoorbeeld de Votifkirche in hartje Wenen. Daar heb ik ‘s nachts vanaf het dak twee foto’s gemaakt: een van het dak met de onderkant van de torens en een tweede met de torenspitsen. In Lightroom heb ik die naadloos op elkaar gezet. Daarna heb ik het perspectief aangepast, zodat alles rechtop staat, zowel de torens van de kerk als de bebouwing beneden op straat. Ik heb de foto gemaakt met een 12-24mm lens, dan krijg je die vertekening en daar moet je dus wat aan doen. En ik vind het ook leuk mensen met mijn foto's op het verkeerde been te zetten, door in de nabewerking een sfeer te creëren die er niet is. Wel fotografeer ik vaak tijdens het 'blue hour' en dat kun je wel zien natuurlijk; ik ben een avondmens."