fotograferen met tegenlicht landschap

Fotograferen met tegenlicht

Maak beelden waar je de sfeer van kunt proeven

Fotograferen met tegenlicht, ook wel backlight genoemd, wordt beginnende fotografen veelal afgeraden. Dit heeft te maken met de belichtingsinstellingen die je handmatig zult moeten uitvoeren. Toch kan tegenlicht een mooi effect geven aan je beelden. Bij tegenlicht sta je met je camera vrijwel direct tegenover de lichtbron. Dit betekent dat het licht op je af komt, wat je beeld nèt even een andere draai kan geven. Zo vallen schaduwen naar je toe in plaats van van je af en krijgen onderwerpen die tussen jou en de lichtbron in staan een mooie lichtgevende gloed langs de randen (rim light). Dit zorgt er voornamelijk voor dat je beelden meer diepte krijgen. Er ontstaan grotere contrasten in je foto’s en je ontwikkelt sfeervolle beelden met een kunstzinnig tintje. Tegenlicht kan ook ontstaan door reflecties van de lichtbron in oppervlakken zoals sneeuw, water en zand. Je kunt natuurlijk ook je eigen tegenlicht creëren in een studiosetting. Wij leggen je hieronder uit wat je nodig hebt en welke stappen je moet doorlopen om prachtige, sfeervolle beelden te maken met tegenlicht.

Wat heb je nodig? | Belichting | Werken met tegenlicht step by step

Wat heb je nodig?

  • Camera (handmatige modus)
  • Statief
  • Flitser en/of reflectiescherm
  • Model (optioneel)

Camera

Voor het vastleggen van tegenlicht heb je natuurlijk een camera nodig, maar welke camera’s zijn hier geschikt voor? De meeste camera’s zijn geschikt om beelden met tegenlicht te maken, zolang je maar de mogelijkheid hebt om handmatig de sluitertijd, de ISO-waarde en het diafragma in te stellen. De meeste camera’s hebben hiervoor een handmatige (M) stand.

Je kunt bij tegenlicht fotografie met verschillende lenzen werken, afhankelijk van het effect dat je hiermee wilt creëren. Het is aan te bevelen om een groothoeklens te gebruiken, omdat je hiermee meer van je omgeving meeneemt in je foto. Je werkt bij tegenlicht in omstandigheden met uitdagende lichtomstandigheden. Let dus op het maximale diafragma van jouw lens. Vaak zul je werken met een diafragma van rond de f/4, maar in sommige omstandigheden kan een kleinere diafragmaopening voordelen bieden.

Tip – Heeft jouw camera de opties ISO ruisreductie en ruisreductie bij lange sluitertijd? Dan kun je deze voor het mooiste resultaat het beste uitschakelen. Voor de nabewerking is het handig als je jouw beelden in RAW-formaat kunt schieten, zodat er zoveel mogelijk data wordt opgeslagen.

Statief

Wij raden je aan bij tegenlicht met een statief te werken. Je zult er namelijk al snel voor kiezen met verschillende sluitertijden te experimenteren aangezien licht (voornamelijk buiten) snel verandert. Een kleine beweging van de camera kan er bij een langere sluitertijd al voor zorgen dat je foto minder scherp wordt. Om dit tegen te gaan, plaats je je camera op een statief en zet je de beeldstabilisatie van je lens en camera uit.

Tip – Heb je geen statief? Probeer je camera dan eens op een muur of een andere stevige ondergrond neer te zetten. Gebruik dan wel een rijstzak, zodat je je camera kunt ondersteunen. Je kunt natuurlijk ook altijd een statief aanschaffen.

Flitser en/of reflectiescherm

Wanneer je werkt met tegenlicht kan een reportageflitser een goede toevoeging zijn om je onderwerp extra te belichten. Gebruik deze als invulflits, zodat je schaduwen door belichting vanaf de voorzijde invult. Je kunt ook een reflectiescherm gebruiken om het aanwezige tegenlicht of flitslicht te weerkaatsen op je onderwerp. Reflectieschermen zijn licht van gewicht en gemakkelijk mee te nemen. Werk je alleen? Dan kun je je reflectiescherm op een statief bevestigen zodat deze niet vastgehouden hoeft te worden.

Tip – Gebruik je een reflectiescherm? Probeer dan eens verschillende kleuren uit voor een ander effect. Met een goudkleurig scherm krijg je bijvoorbeeld een warmere gloed dan met een zilverkleurig reflectiescherm.

fotograferen met tegenlicht model in water
fotograferen met tegenlicht model

Model

Portretfotografie met tegenlicht kan een flinke uitdaging zijn. Zonder extra hulpmiddelen loop je al snel tegen het probleem aan van een correct belicht model bij overbelichte achtergrond of een onderbelicht model bij een correct belichte achtergrond. Is jouw doel een goed belicht model en correct belichte achtergrond? Dan zul je al snel met een reflectiescherm of reportageflitser gaan werken. Op deze manier verklein je het contrast tussen de voor- en achtergrond. In de nabewerking is het ook mogelijk wat aanpassingen in de belichting te doen.

Voor een model is fotograferen bij tegenlicht vaak een stuk prettiger, omdat er niet direct in de lichtbron gekeken wordt. Dit zorgt ervoor dat een model niet met zijn of haar ogen hoeven te knijpen. Het tegenlicht geeft daarnaast een mooie gloed rond de contouren van het model en brengt hiermee meer diepte in je foto. Zo ontstaat er vaak een mooie gloed langs het haar (die noemen we ook wel haarlicht) en heeft de belichting op het model vaak een zachter effect.

Wil je toch liever zonder extra hulpmiddelen tegenlicht in beeld vangen? Dan kun je het tegenlicht gebruiken om silhouetten vast te leggen. Op deze manier breng je de contouren van een model (maar ook andere onderwerpen zoals landschappen) duidelijk in beeld aan de hand van het verhoogde contrast dat het tegenlicht oplevert. Dit levert krachtige beelden op waarbij het onderwerp duidelijk afsteekt tegen de achtergrond.

Geef een warme sfeer aan een silhouet, door bij zonsopgang of -ondergang te fotograferen. Fotografeer tijdens het blauwe uurtje wanneer je rust in je foto wilt brengen. Experimenteer ook eens met mist. Dit kan een mysterieuze sfeer aan je beelden geven. Bij het vastleggen van een silhouet zal je camera automatisch onderbelichten aangezien de achtergrond fel is. Dit zorgt ervoor dat je minder aanpassingen hoeft te doen aan de instellingen van je camera.

Tip – Ga je een silhouet vastleggen? Probeer dan gebruik te maken van een rustige achtergrond zodat de aandacht naar je onderwerp wordt getrokken en werk met een lage ISO-waarde om ruis in je beeld te voorkomen.

Belichting

Bij tegenlicht komt het vaak voor dat de felle achtergrond de lichtmeter van je camera om de tuin leidt. De camera voert dan een meting uit waarbij het lijkt alsof het onderwerp net zo fel is als de achtergrond wat ervoor zorgt dat dat de sluitertijd wordt verkort en de sensor minder licht krijgt. Het resultaat is een silhouet tegen een correct belichte achtergrond. Wil je zowel de voor- als achtergrond duidelijk in beeld brengen met de juiste belichting? Dan zul je met belichtingscompensatie moeten gaan werken.

De belichtingscompensatie instellen is bij iedere camera anders. Je past zelf de ISO-waarde, sluitertijd en/of het diafragma aan. Hiervoor kun je het beste even de handleiding van je camera erbij pakken. Meestal vind je dit terug in de diafragma- en sluitertijd instellingen of de zogenaamde P-modus. Hiervoor hoef je vaak niet in de M (handmatige) stand te fotograferen.

Lichtmeter

Bij het maken van foto’s met tegenlicht is het belangrijk om te letten op je lichtmeter. Op de lichtmeter geeft je camera aan de hand van een schaal van -2 naar +2 aan hoeveel licht er in je beeld aanwezig is met de huidige instellingen. De waarde 0 geeft een juiste belichting aan. De min geeft onderbelichting (donkerder beeld) aan en de plus laat zien dat het beeld overbelicht (lichter beeld) is. Vaak is de camera in staat om de juiste instellingen te herkennen, maar in het geval van tegenlicht vallen deze vaak tegen. Draag je bijvoorbeeld en wit shirt op de foto, dan kan deze volgens de lichtmeter juist belicht zijn en toch donkerder ogen. Stel je de lichtmeter dan in met één of twee extra stops (stappen), zodat je een wit shirt als resultaat krijgt. Let hierbij op het volgende: hoe lichter je het beeld maakt, hoe langer de sluitertijd en des te groter de kans op bewegingsonscherpte. In een nabewerkingsprogramma kun je vaak belichtingsinstellingen van je foto nog iets aanpassen.

Lichtmeting

Je kunt je camera op verschillende manieren het licht laten meten dat op de sensor valt. Iedere instelling levert een ander belichtingsresultaat op. De meest gebruikte optie bij tegenlicht is de spotmeting. Hierbij let je camera alleen op het middelste gedeelte van het beeld bij het uitvoeren van de meting. Je kunt met een spotmeting dus een nauwkeurige selectie uitvoeren. De spotmeting komt het dichtst bij het meten van licht met een externe lichtmeter. De matrixmeting, ook wel meervlaksmeting genoemd, meet ook buiten het midden van je afbeelding de sterkte van het licht. Deze instelling warbij de camera een gemiddelde belichting kiest, wordt veel gebruikt wanneer de focus op het beeld als geheel ligt. Denk bijvoorbeeld aan het fotograferen van een landschap. Tot slot kun je gebruik maken van de centrummeting. Dit is een combinatie van de spot- en matrixmeting. De camera meet het midden van de afbeelding en een klein gebeid hier omheen.

Scherpstellen

Handmatig scherpstellen is vaak de beste manier om het beeld te vangen dat jij voor ogen hebt. Maak hierbij gebruik van de liveview functie van je camera, omdat het kijken door de zoeker er wel eens voor kan zorgen dat je beeld enigszins vertekent. Werken in de A of de M stand is dus bij tegenlicht aan te raden.

HDR

Bij HDR (High Dynamic Range) kies je ervoor met verschillende belichtingstijden foto’s te maken en deze in de nabewerking te verenigen in één afbeelding. Je maakt dus aan de hand van de bundeling zelf een hoger dynamisch bereik. Werk hierbij altijd op statief aangezien je met verschillende sluitertijden aan de slag gaat. Belangrijk is ook dat de compositie, scherpte en het diafragma van de foto’s hetzelfde zijn, omdat je deze later gaat samenvoegen.

Lensflare

Wanneer je werkt met tegenlicht zul je ook te maken krijgen met lensflare. Bij lensflare ontstaat er in je foto een lichtstreep, vlek of kleur doordat de lichtstralen rechtstreeks op je lens vallen. Dit zorgt er voornamelijk bij zoomlenzen voor dat dat de interne lenselementen het binnenvallende licht reflecteren richting de sensor. Veel objectieven hebben speciale lenscoatingen die lensflare tegengaan. Hoewel lensflare een sfeervolle toevoeging kan zijn, komt het vaak voor dat je niet tevreden bent met de lichtgevende vormen in je foto. Probeer dan vanuit de schaduw een foto te maken of gebruik een zonnekap om strooilicht buiten beeld te houden. Daarnaast kun je met je hand boven de lens werken om de flare te verwijderen. Maak je gebruik van een filter? Controleer dan of het verschil maakt als je deze van je lens haalt. Licht dat direct in de lens valt, kan door een filter wel eens worden gereflecteerd en resulteren in lensflare. Daarnaast kun je natuurlijk ook je diafragma verkleinen.

Tip – Vind je lensflare juist een mooi effect en wil je dit zelf aan je foto’s toevoegen? Dan zijn er verschillende accessoire pakketten verkrijgbaar die lensflare effecten geven aan je foto's en een zomerse look geven of de zichtlijn in je beeld versterken.

Tegenlicht fotografie step by step

Wat moet je doen om lichtsporen vast te leggen?

Stap 1: Plaats je camera op een statief

Bepaal waar je het beste kunt gaan staan. Zoek bijvoorbeeld een schaduwplek op om hiervandaan het tegenlicht vast te leggen. Ga je een zonnekap gebruiken? Of een filter? Mocht je gebruik gaan maken van een flitser of reflectiescherm, bepaal dan waar je deze neer gaat zetten. Waar wil je het model positioneren in je beeld? Als je graag randlicht wilt gebruiken, plaats het model dan direct voor de lichtbron. Zet de camera vervolgens op het statief en schakel de beeldstabilisatie van je camera en je lens uit.

Stap 2: Stel je camera in

Ben je op zoek naar een startwaarde? Begin dan in een auto of A(p) modus en maak een foto om deze waardes als basis te gebruiken voor je instellingen. In plaats hiervan kun je ook de spotmeter van je camera gebruiken en deze instellingen in de Manual modus toepassen als beginpunt. Je kunt er ook voor kiezen om direct zelf te starten met een diafragma tussen de f/2.8 en f/5.6, een ISO-waarde rond de 100 en een sluitertijd tussen de 1/100 en 1/640.

Stap 3: Maak testfoto’s

Maak verschillende testfoto’s om te experimenteren met de instellingen en probeer diverse kijkhoeken en posities uit. Pas bijvoorbeeld de witbalans aan om je beelden levendiger te maken.

Stap 4: Tevreden? Aan de slag

Veel plezier met creëren!

 

fotograferen met tegenlicht haarlicht en transparantie blad